Vanmiddag was de opening in de Drie Gezusters van de expositie van 12 werken van klein tot groot van mijn hand. Eric bos heeft het openingswoord verricht met een mooie verwijzing naar de Franse impressionisten. Hij zei: "De tijd dat
kunst meer in cafés hing dan in een steriele galerieruimte, was de tijd van de
Impressionisten. In Parijs had je La Nouvelle Athènes aan de Place Pigalle, een
vermaard eetcafé. Daar kwamen schilders als Matisse, Van Gogh, Manet, Degas,
wie al niet. Die kwamen daar niet alleen om te kletsen en te drinken, maar ook
om warme voeten te krijgen want ook aan het Place Pigalle kan het in de winter
behoorlijk tochten. Die Impressionisten waren rare snuiters. Want die
schilderden de meest vreemde onderwerpen. Geen veldslagen of portretten van ministers
of veldmaarschalken, maar gewoon de straat. De smerige straten van de stad en
de louche interieurs van de etablissementen werden ineens een schildersonderwerp.
Je zag ze met hun ezel in de stad op de pleinen en boulevards en als ze het
koud kregen of honger of dorst, gingen ze met hun schildermateriaal naar La
Nouvelle Athènes om daar verder te schilderen. Ze schilderden het interieur, de
stamgasten, een verlopen drankorgel achter een glas absint".
Ik had het geluk dat een aantal redactie leden van het Dagblad van het Noorden aanwezig waren en dat mag hopelijk uitmonden in een aardig artikel in het Dagblad
Geen opmerkingen:
Een reactie posten